Campus Zeeland en de Zeeuwse Quinoaketen

FoodDelta Zeeland: een kennis- en innovatienetwerk binnen Campus Zeeland met veel op z’n bordje. Letterlijk, want dit netwerk focust zich op innovatie in de voedselsector van productie tot supermarkt. Of, zoals Johan Dourleijn, directeur van het netwerkbureau van FoodDelta zegt: ‘van grond tot mond.’ En precies dat is waar het project De Zeeuwse Quinoaketen over gaat. In deze blog spreken we Johan Dourleijn en Lenno Vermaas over deze smakelijke innovatie.

Johan, hoe hou jij je met innovatie bezig?

“Ik werk eigenlijk al zo lang ik me kan herinneren in innovatie. Nu zorg ik als programmamanager van FoodDelta dat nieuwe partijen aansluiten en huidige partners goed in contact blijven met elkaar. Die samenwerking heeft een duidelijk doel: het Zeeuwse bedrijfsleven in de foodindustrie verduurzamen en verbeteren. Door het organiseren van bijeenkomsten en het actief rondvragen naar de behoeftes van bedrijven, komen er allerlei nieuwe ideeën om de hoek kijken. Die worden dan omgezet naar realistische projectplannen. Kortom: ik ontmoet veel belangrijke spelers in het veld, breng ze samen en zoek met hen naar vernieuwing.”

Wat is het project ‘De Zeeuwse Quinoaketen’?

“Binnen FoodDelta werken we met allerlei innovatiethema’s. Zo is er nu veel aandacht voor digitalisering, maar ook voor gezondheid en voeding. Al snel kom je dan op het onderwerp eiwittransitie: hoe kunnen we de productie van dierlijke proteïne naar plantaardige proteïne bewegen?   Dat is beter voor mens en milieu en er liggen kansrijke ideeën. Het netwerk heeft dan ook een gezamenlijke ambitie om ProteinDelta Zeeland op te zetten, want wat we in Zeeland produceren, zowel op het land als in de zee, bevat veel duurzame eiwitten.

Vanuit die ambitie gingen we algauw aan de slag met quinoa: hoe kunnen we daar een product van maken? Dit kleine zaadje is een enorme bron van eiwitten en vrij nieuw als grondstof, dus we begonnen bij stap één: de teelt. Kunnen de rassen die hier worden geplant wel goed groeien? Een aantal Zeeuwse telers experimenteerde ermee.

Foto_voor_in_artikel_1.png

Na het telen komen de schoning en verwerking. Daarbij wordt een zaadje vermalen tot meel. Vervolgens wordt er een texturaat van gemaakt. Dat zijn een soort vlokjes die textuur geven aan het eindproduct. Zo kun je bijvoorbeeld een vleesvervanger maken van quinoa die toch de ‘bite’ heeft van echt vlees.

In de productontwikkelingsfase wordt bedacht wat er dan uiteindelijk in de supermarkt komt te liggen. Daar komt veel creativiteit bij kijken. Zo zijn er ideeën voor combinaties met zeewier, salades of zelfs vleesvervangend broodbeleg - zowel plakjes als smeerbaar. We bouwen een relatief nieuw product met een grote groep belanghebbenden vanaf de grond op!”

Kan je al iets zeggen over de uitkomst?

“Het is nog wat aan de vroege kant, want dit project stopt halverwege juni 2023, maar we hebben er in ieder geval veel van geleerd. We hebben gezien dat telen geen probleem is, hoewel er flinke verschillen zitten tussen bepaalde rassen en jaren. Dat is fijn om te weten, want daar kan de boer rekening mee houden. Daarnaast weten we nu precies hoe de schoning werkt en welke investeringen we moeten doen om dat proces te verbeteren. Zo komt er best wat stofvorming bij kijken en dat is onwenselijk. Tot slot is quinoa iets duurder in verwerking dan rijst of tarwe, dus we moeten goed kijken naar het verdienmodel. Het moet voor zowel bedrijven als consumenten betaalbaar blijven. Je ziet het steeds terug in alles wat we doen: we leren door te doen. Maar zo krijg je wel het beste inzicht in waar de aandachtspunten zitten.”

Dan even over FoodDelta zelf: waarom is dat belangrijk?

“Het netwerk bestaat uit partners uit de hele keten, van begin tot eind. Voor dit specifieke project zijn we aan de slag gegaan met GreenFood50, VanderBilt Zaden, Meatless en Labeij Food Products. Al die verschillende schakels in het grotere geheel kunnen samen integraal producten ontwikkelen. Ik zie daar enorme toekomst in, want consumenten willen steeds vaker weten waar hun voedsel vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd. Het is ook steeds relevanter hoe duurzaam die keten is. Dan moeten we wel allemaal op de hoogte zijn van wat er nu gebeurt en waar we kunnen verbeteren. Zo’n netwerk legt de verbinding makkelijk en je kan snel in overleg over de thema’s die nu spelen.”

Foto_voor_in_artikel_2.png

We spreken ook Lenno Vermaas, werkzaam bij familiebedrijf Van de Bilt Zaden. Hij heeft een flinke portefeuille: van verkoop tot certificering van de zaden en ondersteunen bij innovaties. ‘Maar dat hoort erbij als je een bedrijf hebt dat de weg van de innovatie inslaat!’ lacht hij. Van de Bilt draagt dan ook z’n steentje bij in de Zeeuwse Quinoaketen.

Waar ligt de grootste uitdaging in dit project?

“Wij zijn het enige bedrijf in Nederland dat op deze schaal quinoa verwerkt. Dat is dus best bijzonder. Het is een proces dat constant om verbetering vraagt. Zo zijn we aan de slag gegaan met het testen van verschillende rassen. We doen ook een stuk onderzoek naar de verwerkingstechniek. Omdat de verwerking van quinoa iets duurder is dan andere grondstoffen die al veel als vleesvervangers worden ingezet, ligt er ook een uitdaging bij het verdienmodel. Het is nog maar een klein product in Nederland, terwijl het in Amerika al booming is. Maar die rassen zijn niet te vergelijken met de onze. Het moet voor zowel bedrijven als consumenten wel betaalbaar blijven.”

Wat vind je er van om samen te werken met alle andere partijen?

“Ik word er heel enthousiast van. Je kijkt in de keuken van het eindproduct en denkt actief samen na over verbetering. Door nieuwe technieken toe te testen en uiteindelijk toe te passen, kunnen we veel efficiënter werken!”

Meer weten? Neem contact op met Johan Dourleijn van bureau FDZ, via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 


Bron: (Campus Zeeland, 2023)